www.tgoudenhertje.nl

Ook dieren hebben recht op een waardevol leven

Harpij

Roofvogel.

De harpij, vernoemd naar de gevaarlijke wezens uit de Griekse mythologie is een van de grootste arenden ter wereld. Het verenkleed van de harpij is donkergrijs, met uitzondering van de asgrijze kop en de witte buik. Over de borst loopt een zwarte band. Beide geslachten hebben een kuif van lange veren op de bovenkant van de kop, die opgezet kan worden. De harpij heeft korte, maar zeer sterke poten met lange, sterk gekromde nagels. Zijn klauwen oefenen meer dan 50 kilo druk uit en zijn prooi wordt dan ook verpletterd en is binnen enkele seconden dood. De brede vleugels zijn voor een vogel van deze omvang kort en stellen de harpij, samen met de beweeglijke staart, in staat in de dichte bossen te jagen. Vrouwelijke harpijen zijn gemiddeld een derde groter dan de mannelijke exemplaren. De lichaamslengte bedraagt 89 tot 102 cm, de spanwijdte 175 tot 220 cm en het gewicht 4 tot 9 kg.

Leefgebied.

De harpij is een bewoner van het laaglandregenwoud in Midden- en Zuid Amerika met als kerngebied het Amazoneregenwoud van Brazilie en Peru.

Status.

De harpij heeft een groot verspreidingsgebied en daardoor alleen al is de kans op de status kwetsbaar (voor uitsterven) niet zo groot. In geschikt leefgebied is harpij nog redelijk algemeen. De grootte van de populatie wordt geschat op 100-250 duizend volwassen individuen. De harpij gaat in aantal achteruit. Deze fanatieke roofvogel heeft een enorme aantrekkingskracht op jagers en afschot is zeer nadelig voor de populaties van deze vogel die zich langzaam voortplant. Verder wordt gevreesd voor aantasting van zijn leefgebied, door de voortdurende ontbossingen. Als de jacht beperkt kan worden en als de landen waarbinnen het Amazoneregenwoud ligt een ecologische structuur scheppen van met elkaar verbonden stukken ongeschonden of goed beheerd secundair bos, dan kan de vogel van de Rode Lijst worden afgevoerd. Nu staat hij als gevoelig op de Rode Lijst van de IUCN.

Voedsel.

Allerlei middelgrote dieren, zoals apen, luiaards, boomstekelvarkens, kleine beren, toekans,  papagaaien, leguanen en slangen vormen het voedsel van de harpij. De sterke poten en klauwen zijn zeer geschikt om deze dieren uit de bomen te grijpen. Soms daalt de harpij ook verder af naar beneden en grijpt hij aguti’s en hoendervogels van de bosbodem.

De harpij pakt zijn prooi meestal uit de bomen, waarbij hij zich dwars door de kroonlaag stort en zich met grote behendigheid tussen de takken door manoeuvreert. Tijdens zijn duikvluchten kan deze arend snelheden van wel 50 km/h bereiken. Vaak zit de harpij op een uitstekende tak in het kronendak, uitkijkend naar een prooi. Wanneer de prooi gegrepen is, neemt de harpij zijn prooi mee door de lucht naar een brede tak of nest om hem op te eten. Grotere prooien zoals luiaards of grote apen worden deels direct opgegeten.

Voortplanting.

Harpijen zijn net als alle andere arenden monogaam en blijven tot de dood bij dezelfde partner. Nesten, die bestaan uit een platform van takken, worden gebouwd in hoge bomen, soms wel veertig tot zestig meter boven de grond. Harpijen brengen één of twee jongen groot per legsel. De broedtijd bedraagt 53-56 dagen. De jongen worden na het uitkomen tien maanden of zelfs meer gevoerd door de ouders.

Bedreiging.

https://myanimals.com/nl/dieren/wilde-dieren-dieren/vogels/de-harpij-wordt-bedreigd-door-ontbossing-in-de-amazone-7/

Please follow and like us:
Pin Share

Verder Bericht

Vorige Bericht

Laat een reactie achter

© 2025 www.tgoudenhertje.nl

Thema door Anders Norén

Follow by Email
YouTube
YouTube
Instagram